
7 oktober 2025
Samen de puzzel leggen in het buitengebied
Iedereen die werkt in het buitengebied ziet het: er komt steeds meer op ons af. Natuurherstel, waterbeheer, landbouwtransitie en klimaatdoelen (Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit [LNV], 2022). Het klinkt groot en abstract, maar in de kern draait het vaak om een hele praktische vraag: hoe gaan we om met de grond?
Grond is schaars, kostbaar en tegelijk de sleutel voor álle opgaven. Met grond krijg je de plannen rond. Het probleem is dat we grip op die grond steeds vaker lijken te verliezen. Gestopte boeren houden hun land vast, investeerders kopen percelen op en intensiveren het grondgebruik, terwijl jonge boeren die willen werken aan duurzame toekomst nauwelijks toegang vinden tot de grondmarkt (PBL, 2021). Zo schuiven de maatschappelijke doelen steeds verder uit beeld.
Juist hier helpt het om te werken met grip op grond. Dat is geen theoretisch beleidsbegrip, maar een manier van denken en doen. Het betekent de regie nemen, duidelijkheid bieden en niet bang zijn om lastige keuzes te maken (WUR, 2022).
Vertrouwen als startpunt
Wat wij in de praktijk steeds weer zien: een grondstrategie begint niet bij een regeling of beschikbare financiën, maar bij vertrouwen. Het gevoel van “we gaan er samen voor”. Vaak bestaan er in een gebied een aantal koplopers die dit gevoel bij zich dragen en andere weten aan te steken (De Boer & Jansen, 2020).
Wat vervolgens vaak gebeurt is dat we verstrikt raken in regels en beleid aangezien we nog niet weten waar we heen willen met elkaar en hoe we daar komen. Het gevolg is dat iedereen op de grote rode stopknop drukt. Boeren weten niet of ze kunnen investeren, natuurorganisaties vragen zich af of afspraken wel worden nagekomen, en gemeenten schuiven besluiten voor zich uit omdat de koers telkens verandert (PBL, 2021).
Een gebied komt pas in beweging als mensen zich gehoord voelen en weten waar ze aan toe zijn. Een gebiedscommissie kan hier een oplossing voor zijn door boeren, bewoners en bestuurders met elkaar te verbinden. Niet als praatclubje, maar als plek waar echt besluiten genomen konden worden. Zodra er mandaat is om door te pakken en er eerlijk wordt gecommuniceerd, ook als er nog niet op alles een antwoord is, ontstaat er ruimte om stappen te zetten (Van der Meer, 2019).
Met kaders lucht bieden
We komen vaak in gebieden waar dikke rapporten op tafel liggen. Mooie visies, strakke kaarten, prachtige woorden. Maar zodra de vraag komt: “Wat doen we morgen?”, valt het stil. Te vaak blijft het hangen in mooie subsidies. Waardevol, zeker, maar richting wordt er niet gegeven aan het gebied (PBL, 2021).
Onze ervaring leert dat juist daar waar de druk hoog is, meer duidelijkheid gevraagd wordt vanuit het gebied. Alleen kan men het niet meer oplossen en daar is soms een breekijzer vanuit de overheid voor nodig. Denk aan grondinstrumentarium als onteigening en ruimtelijk verplichtende kaders vanuit de omgevingsverordening. Dat klinkt zwaar, maar het tegendeel is waar: zulke kaders geven het gebied juist lucht (Ministerie van BZK, 2020). Het gebied weet waar het aan toe is en kan daardoor bewuste keuzes maken. Doorgaan, omschakelen of stoppen. Het wordt makkelijker als het speelveld duidelijk is (WUR, 2022).
Praktijkvoorbeeld: Groen Groeit Mee in Utrecht
Een mooi voorbeeld van hoe grip op grond in de praktijk werkt, is het programma Groen Groeit Mee van de provincie Utrecht (Provincie Utrecht, 2021). Wat in dit programma heel sterk wordt gedaan, is het leggen van een directe verbinding tussen de groeiende stad en het omliggende buitengebied. Een verweving van de stad en platteland waar één plus één drie wordt.
Elke inwoner van Utrecht en de omliggende steden heeft behoefte aan groen, ruimte om te recreëren en toegang tot het landschap. Dat besef wordt in Groen Groeit Mee expliciet gekoppeld aan de noodzaak om natuurdoelen en landbouwtransities in het buitengebied te realiseren (Provincie Utrecht, 2021). Terwijl elders vaak wordt gewacht op landelijke middelen, laten de partners zien dat het ook anders kan. Ondanks dat de gelden uit het NPLG zijn weggevallen, blijft men niet stilzitten. Iedereen weet immers in het achterhoofd dat de natuurdoelen zullen blijven bestaan (Ministerie van LVVN, 2024).
De keuze is hier gemaakt om niet te wachten, maar door te pakken met wat wél kan. Concreet betekent dit dat de provincie inzet op slimme combinaties van grondinstrumenten om zo veel mogelijk grip op grond te krijgen. Waar kansen zich voordoen wordt hier zo snel mogelijk op ingespeeld, er worden combinaties gezocht in grondgebruik, samenwerking gezocht met het gebied en waar nodig regie gepakt (Provincie Utrecht, 2021).
Praktijkvoorbeeld: bollenteelt in Gelderland
Een ander voorbeeld komt uit de provincie Gelderland. Hier werd besloten om bollenteelt, zoals lelies, te verbieden in kwetsbare gebieden (Provincie Gelderland, 2020). De reden? Deze teelt gebruikt veel bestrijdingsmiddelen die bodem en grondwater ernstig kunnen belasten.
Op papier lijkt dit besluit misschien overtrokken: in Gelderland gaat het om slechts zo’n 13 hectare waar bollenteelt plaatsvindt. Maar dat is niet het punt. Het gaat juist om de gronden waar nú geen bollenteelt plaatsvindt, maar waar het in de toekomst zomaar zou kunnen komen. Door vooraf duidelijkheid te scheppen en kaders te stellen, is voorkomen dat op grotere schaal de waterkwaliteit onder druk komt te staan (De Stentor, 2024).
Sommigen zien het als een zwaar middel voor een klein probleem. Maar wij noemen dit nu juist grip op grond: helderheid scheppen, risico’s op lange termijn afvangen en moeilijke besluiten durven te nemen. Dit voorbeeld laat zien hoe een grondstrategie niet alleen reactief hoeft te zijn, maar ook preventief kan werken.
De veranderende inzet van grondstrategieën
Als we terugkijken naar de afgelopen tien à vijftien jaar, zien we dat de inzet van grondstrategieën in het buitengebied sterk is veranderd (PBL, 2021). Lange tijd hebben we vooral gewerkt met vrijwillige, perceelsgebonden instrumenten. Denk aan subsidies voor agrariërs, het aankopen van losse percelen of vrijwillige kavelruil. Deze aanpak heeft veel gebracht en werkte goed in een tijd waarin de druk lager lag en de urgentie lager was.
Maar de situatie is veranderd. De doelen op het gebied van natuur, klimaat en water zijn niet alleen urgenter geworden, maar ook complexer (Ministerie van LNV, 2022). Het gaat niet meer om losse percelen of vrijwillige maatregelen, maar om samenhangende gebiedsopgaven waarin landbouw, natuur, waterkwaliteit en leefbaarheid in elkaar grijpen (WUR, 2022). Juist die complexiteit vraagt om een andere rol van de overheid en daarmee ook om een andere inzet van de instrumenten die we hebben.
De afgelopen jaren hebben we vooral geopereerd linksonder in de matrix: vrijwillige, perceelsgebonden instrumenten. Denk aan subsidies, individuele afspraken of vrijwillige aan- en verkoop. Dat was veilig, vertrouwd en vaak ook bestuurlijk beter uit te leggen.
Maar inmiddels zien we dat deze vrijwillige en perceelsgebonden instrumenten alleen niet genoeg zijn om de maatschappelijke doelen te halen. Er groeit een duidelijke roep om naar linksonder in de matrix te bewegen: perceelsoverstijgend én met een verplichtend karakter. Dat betekent dat de overheid steviger moet sturen, kaders moet stellen maar wel het gebied hierin mee moet nemen. Het betekent dat we complexe en vooral moeilijke keuzes moeten gaan maken.
Als we het hebben over perceelsoverstijgend en verplichtend instrumentarium dan komen we snel uit bij de wettelijke herverkaveling. Een instrument dat in het verleden zijn effectiviteit heeft bewezen in de inrichting van ons buitengebied maar gelijktijdig menig bestuurder heeft afgeschrokken. De laatste tijd worden er steeds meer studies uitgevoerd naar dit instrument dat een van dé instrumenten lijkt om de complexe gebiedsprocessen verder te helpen richting uitvoering. Maar wie o wie durft het instrument af te stoffen en daadwerkelijk in te zetten?
Uitnodiging tot het verkrijgen van Grip op Grond
Grip op grond is geen beleidskreet, maar een uitnodiging om samen de puzzel te leggen. Voor bestuurders betekent het: durf keuzes te maken. Voor grondeigenaren: doe een stap naar voren en denk mee over de toekomst van je grond en je bedrijf.
De beslissingen die we vandaag nemen over grondgebruik en eigendom bepalen hoe ons landschap er over decennia uitziet. Krijg nu grip op grond, dan krijg je grip op de toekomst van het buitengebied. Dat is misschien wel de belangrijkste reden om niet langer af te wachten, maar gewoon samen aan de slag te gaan.
Vragen, opmerkingen of gewoon even bijpraten? Neem telefonisch contact op met Ad Mutsaers, Jeanne Hoogveld of Daan van den Hil.
Bronnen:
De Boer, H., & Jansen, M. (2020). Samen werken aan vertrouwen in gebiedsprocessen. Den Haag: Platform Landbouw & Samenleving.
De Stentor. (2024, 11 juli). Dit is waarom Gelderland optreedt tegen schadelijke bollenteelt en andere provincies niet. De Stentor. Geraadpleegd op 27 augustus 2025, van https://www.destentor.nl/home/dit-is-waarom-gelderland-optreedt-tegen-schadelijke-bollenteelt-en-andere-provincies-niet~a49436ad/
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties [BZK]. (2020). Omgevingsverordening en grondbeleid. Den Haag: Ministerie van BZK.
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit [LNV]. (2022). Natuur- en landbouwtransitie in perspectief. Den Haag: Ministerie van LNV.
Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur. (2024, 25 juli). Nota over consequenties stoppen met NPLG en intrekken Tijdelijke wet transitiefonds [Beleidsnota]. Rijksoverheid. Geraadpleegd op 27 augustus 2025, van https://www.rijksoverheid.nl/documenten/beleidsnotas/2024/07/25/lvvn-nota-consequenties-stoppen-nplg-25-juli-2024
Planbureau voor de Leefomgeving [PBL]. (2021). Grond in beweging: Toegang en gebruik in transitie. Den Haag: PBL.
Provincie Gelderland. (2020). Beleidskader bollenteelt en grondwaterkwaliteit. Arnhem: Provincie Gelderland.
Provincie Utrecht. (2021). Groen groeit mee: Programma voor stad en buitengebied. Utrecht: Provincie Utrecht.
Van der Meer, T. (2019). Gebiedscommissies en besluitvorming in het buitengebied. Wageningen: WUR.
Wageningen University & Research [WUR]. (2022). Herverkaveling als instrument voor gebiedsprocessen: Onderzoeksrapport. Wageningen: WUR.