6 juli 2023
Rechtbank Den Haag – Onafhankelijkheid contra-expertise
Verzoeker stelt schade te hebben geleden als gevolg van de werkzaamheden aan het Deltaplein in Kijkduin. De SAOZ heeft het college geadviseerd een tegemoetkoming toe te kennen.
Geconcludeerd is dat twee schadeoorzaken zijn aan te wijzen en dat de schade voor 50% en 50% wordt toegewezen. Het college heeft een contraexpertise laten opstellen door Steenhuijs en die concludeert dat slechts 10% van de schade als nadeelcompensatie kan worden aangemerkt. Verzoeker kan zich hier niet mee verenigen en is van oordeel dat verzoeker de mogelijkheid had moeten krijgen een zienswijze in te dienen op de rapportage van Steenhuijs. De rechtbank volgt verzoeker niet in dit betoog. De rechtbank onderschrijft de opvatting van het college dat uit rechtspraak van de hoogste bestuursrechter volgt dat een zienswijzeplicht niet bestaat als een bestuursorgaan een second opinion of contra-expertise uitsluitend gebruikt, zoals in dit geval, ten behoeve van haar interne vergewisplicht over de juistheid van het ontvangen advies. Het college was ook niet verplicht SAOZ te laten reageren op de contra-expertise van Steenhuijs. De rechtbank gaat ervan uit dat Steenhuijs partij-deskundige is, evenals overigens de door verzoeker ingeschakelde deskundige, mr. A.L.J.M. Boontjes. Het enkele feit dat Steenhuijs in opdracht van het college heeft onderzocht of het nadeelcompensatieadvies van SAOZ voldoende onderscheidend en/of voldoende gemotiveerd was, betekent niet dat de onderzoekers van Steenhuijs vooringenomen waren of dat aan hun deskundigheid moet worden getwijfeld.