Grondbeleid en de Regionale Energiestrategie

Nederland is ingedeeld in 30 energieregio’s. Elke energieregio ontwikkelt een eigen regionale maatwerk­invulling van een aantal afspraken uit het Klimaatakkoord: de Regionale Energiestrategie (RES). De RES is een samenwerking tussen overheidsorganisaties en netbeheerders. In de RES worden keuzes gemaakt voor de opwekking van hernieuwbare energie, de warmtetransitie en de daarvoor benodigde opslag- en energie-infrastructuur.

In het proces naar de totstandkoming van de Regionale Energiestrategieën 1.0, zijn in de RES-regio’s zorgen ontstaan over grondspeculatie. Hoe moeten regio’s en gemeenten hiermee omgaan, gelet op de ambitie uit het Klimaatakkoord om 35 TWH op land op te wekken? Voor het Nationaal Programma Regionale Energiestrategie heeft Gloudemans geadviseerd over de betekenis van grondbeleid en grondbeleidsinstrumenten voor de opgave van de energie-opwek met wind en zon.

Voor deze opdracht zijn verschillende bijeenkomsten georganiseerd met de makers van de Regionale Energiestrategieën, met netbeheerders en met het Nationaal Programma RES. Op basis van deze bijeenkomsten werden drie belangrijke vragen geïdentificeerd:

  • Met welke grondbeleidsinstrumenten kan worden gestuurd en wat is daarvoor nodig?
  • Wat is de relevantie van strategisch grondbeleid en welke rolneming hoort daarbij?
  • Wat zijn de mogelijkheden om financiële lusten en lasten evenredig te verdelen (kostenverhaal)?

In de beantwoording van de vragen is onder meer inzicht gegeven in sturingsmogelijkheden vanuit de drie pijlers: (klassieke) grondbeleidsinstrumenten, ruimtelijke ordening en regie. Grondbeleidsinstrumenten kunnen, afhankelijk van de situatie, ingezet worden om ervoor te zorgen dat er sterke regie kan ontstaan. In de praktijk werkt een van tevoren uitgedachte strategie, waarin de instrumenten op elkaar zijn afgestemd, het beste. Sturing kan dan worden gekregen en behouden.

Bij veel maatschappelijk thema’s, en ook bij die van de energieopgave, wordt gekeken naar de overheid. Dat maakt gedachte- en visievorming over rolneming en sturing belangrijk. Hoe die rol eruit ziet verschilt en is afhankelijk van het rendement in maatschappelijk of financiële zin. Er zijn verschillende mogelijkheden met als uitersten een actieve rolneming versus een faciliterende rolneming.

Tenslotte zijn beschrijvingen gegeven van de privaatrechtelijke en publiekrechtelijke mogelijkheden van kostenverhaal onder de Wet ruimtelijke ordening en de nieuwe Omgevingswet. De mogelijkheden voor energieprojecten zijn daarbij zoveel mogelijk in meegenomen.

Dit heeft geleid tot een aantal kernboodschappen:

  • Creëer bewustwording over de rol en bijdrage die grondbeleid en bijbehorend instrumentarium (in combinatie met ruimtelijk beleid en instrumenten) kunnen leveren aan doelen van de RES.

Grondbeleid en bijbehorend instrumentarium kunnen in combinatie met het beleid en instrumenten uit het ruimtelijk spoor bijdragen aan de realisatie van de ruimtelijke opgaven uit de RES. Vanuit dit perspectief is het van belang om niet alleen de werelden van de energietransitie te verbinden met die van het ruimtelijk domein, maar ook met die van grondbeleid.

  • Introduceer regionale grondbeleidsaspecten in de RES 2.0.

De continuering van samenwerking op regionaal niveau is van groot belang voor de opgave van de RES. Voordelen zijn onder meer de kwalitatieve inpassing van energieprojecten, kostenverevening en eenduidigheid in beleid en rolneming van de overheid. Voortzetting van het regionale gedachtegoed roept de vraag op of grondbeleid niet ook in de RES’en een plek moet krijgen.

  • Onderzoek een aantal aspecten ten aanzien van kostenverhaal.

Mogelijkheden om kostenverhaal bij de ontwikkeling van zonneweiden beter mogelijk te maken, de toepassing van de definitie hoofdgebouw bij windturbines en transfomatorstations, in hoeverre kosten in het kader van de energietransitie opgenomen kunnen worden onder de publiekrechtelijk afdwingbare bijdragen, mogelijkheden voor regionale kostenverevening voor wat betreft haalbaarheid en praktische uitvoerbaarheid gelet op de privaatrechtelijk afspraken die gemaakt moeten worden.

Gloudemans voor het land van morgen