Gloudemans Uitspraak - algemeen
6 oktober 2022

Besluit van 25 augustus 2022 nr. 2022001793 (Provincie Fryslân-N358 Uterwei)

De onteigening ziet op meerdere onroerende zaken gelegen in de gemeente Achterkarspelen. De onteigening is ten behoeve van de realisatie van de weg “N358 Uterwei”. Het onteigeningsplan ziet op aanpassing van een deel tussen de afslag naar Augustinusga en Surhuisterveen aan de N358. Het bestemmingsplan voorziet in een aantal basis- en extra maatregelen die bijdragen aan de verkeersveiligheid en de doorstroming op de Uterwei. De maatregelen bestaan onder meer uit het aanpassen van een zestal kruisingen en aansluitingen, de aanleg van landbouwpasseerstroken en een fietstunnel (Rysloane).

Er is één zienswijze naar voren gebracht.

Meest gerede partij
Reclamant stelt dat de gemeente de meest gerede partij is om over te gaan tot de onteigening omdat het bestemmingsplan is vastgesteld door de gemeente Achterkarspelen. Verder zou uit niets blijken dat de Provincie duurzaam eigenaar en wegbeheerder wordt van de parallelweg. De Kroon overweegt dat het enkele feit dat het bestemmingsplan is vastgesteld door de gemeenteraad van de gemeente Achterkarspelen niet maakt dat de provincie niet de meest gerede partij is. De Provincie is in onderhavig geval de meest gerede partij ter onteigening vanwege de leidende rol in het project (financiering, planvorming, realisatie en grondverwerving).

Minnelijk overleg
Reclamant stelt dat er onvoldoende serieus minnelijk overleg is gevoerd door de Provincie. De Kroon overweegt dat in beginsel is voldaan aan de plicht als voor de datum van het verzoekbesluit met de onderhandelingen over de minnelijke eigendomsverkrijging tijdig een begin is gemaakt en het op het moment van het verzoekbesluit aannemelijk is dat die onderhandelingen tot een redelijk punt zijn voortgezet, maar dat deze voorlopig niet tot vrijwillige eigendomsoverdracht zullen leiden. Het moet gaan om concreet en serieus overleg. Uitgangspunt daarbij is dat ten tijde van het verzoekbesluit al een formeel schriftelijk aanbod is gedaan. Een verplichting om de schadeloosstelling in de vorm van compensatiegrond of andere oplossingen bestaat niet. In onderhavig geval is de Kroon van mening dat voldoende pogingen zijn ondernomen om de benodigde onroerende zaken minnelijk te verwerven.

Verschrijvingen
Reclamant stelt dat sprake is van drie verschrijvingen in het onteigeningsdossier. De Kroon overweegt dat sprake is van kennelijke verschrijvingen.

Bekijk uitspraak

Gloudemans voor het land van morgen