Gloudemans Uitspraak - algemeen
16 maart 2023

Besluit van 22 februari 2023, nr. 2023000422 (onteigeningsplan VDL Nedcar-Provincie Limburg)

De onteigening ziet op onroerende zaken ter onteigening in de gemeenten Sittard-Geleen en Echt-Susteren die zijn benodigd voor het inpassingsplan Uitbreiding VDL Nedcar.

Aan de te onteigenen onroerende zaken zijn de bestemmingen “Verkeer”, “Groen”, “Natuur”, en “Water”, alsmede een aantal dubbelbestemmingen toegekend.

Noodzaak en urgentie:
VDL Nedcar is een van de grootste werkgevers en een belangrijke economische motor van Zuid-Limburg. Om deze rol structureel te behouden en te versterken is uitbreiding van de fabriek (aan de noordzijde) met een tweede productielijn noodzakelijk. Deze uitbreiding van de fabriek betekent tevens dat de verkeersdruk zal toenemen. Op basis van de huidige situatie zijn er tijdens de dienstwissels reeds enkele knelpunten in de doorstroming op de omliggende wegen. Om de knelpunten op de wegen niet nog meer te vergoten, is besloten om een randweg aan te leggen en aan de N297 enkele aanpassingen te doen waaronder een ongelijkvloerse kruising die de primaire ontsluiting wordt voor onder meer VDL Nedcar. Daarmee worden de doorstroming en verkeersveiligheid op deze wegen gewaarborgd.

Zienswijzen:
Binnen de daarvoor gestelde termijn is één zienswijze naar voren gebracht.

Reclamanten

Noodzaak en urgentie:
Reclamanten stellen dat het feit dat VDL Nedcar planologisch is ingepast nog niet betekent dat deze daadwerkelijk wordt gerealiseerd. Tevens stellen reclamanten nog niet door verzoeker benaderd te zijn voor de verwerving van hun gronden voor de uitbreiding van de fabriek, maar uitsluitend voor verwerving van hun gronden voor de benodigde infrastructuur. De aanpassing van de infrastructuur is echter niet noodzakelijk zolang er geen duidelijkheid is over de uitbreiding van de fabriek en is er naar mening van reclamanten geen sprake van het oplossen van bestaande verkeersknelpunten. Reclamanten achten de onteigening niet noodzakelijk, niet urgent dan wel prematuur.

De Kroon
Verzoeker heeft aangegeven dat er een flinke vertraging is opgetreden en dat op dat moment geconstateerd moest worden dat de uitbreiding nog niet zeker was en derhalve ook niet zeker was dat aanpassing van de infrastructuur onvoorwaardelijk doorgang zal vinden. Het moment waarop de voormelde uitbreiding zeker zou zijn was nog niet duidelijk.

De Kroon heeft geconcludeerd dat verzoeker de investeringen in de aanpassing van de infrastructuur niet gaat plegen zolang de uitbrieding van VDL Nedcar niet zeker is. Weliswaar is verzoeker bezig met afronding van de zogenaamde bouwteamfase, die tot een aanbesteding zal leiden van een opdracht voor aanpassing van de infrastructuur, maar nog onduidelijk is of de opdracht zal worden verleend. Daarmee is op dit moment niet zeker óf en wanneer de werkzaamheden in het inpassingsplan zullen starten. Nu het onzeker is of de aanpassing van de infrastructuur zal worden uitgevoerd binnen de urgentietermijn van vijf jaar die daarvoor in de regel in het kader van de onteigening wordt aangehouden, acht de Kroon de noodzaak van de onteigening niet aangetoond.

De Kroon wijst het verzoek tot aanwijzing ter onteigening af.

Bekijk uitspraak

Gloudemans voor het land van morgen