Gloudemans Uitspraak - algemeen
15 juni 2022

ABRS – twijfel juistheid taxatierapport

Appellant is sinds maart 2005 eigenaar van de woning te Werkendam. De woning is gelegen op de tweede verdieping van het monumentale Fort Steurgat, dat tussen 1999 en 2000 is omgebouwd tot wooneiland. Het Fort grenst aan de zuidwestzijde en zuidzijde aan het agrarisch gebied van de polder Noordwaard. Appellant stelt een waardevermindering van zijn woning te hebben door rijksinpassingsplan “Ontpoldering Noordwaard” en dient een nadeelcompensatieverzoek in.

De minister wijst het verzoek om nadeelcompensatie af en legt aan deze besluiten een Advies van de Adviescommissie Ruimte voor de Rivier alsmede een taxatierapport van taxateur P.E. Bakker ten grondslag. Op basis van de planologische vergelijking komt de adviescommissie tot oordeel dat sprake is van enige aantasting van de cultuurhistorische waarde van het rijksmonument Fort Steurgat. Er ontstaat geen gevaar voor overstroming evenals dat het rijksinpassingsplan geen zodanige aantasting van het uitzicht tot gevolg heeft, dat deze van invloed is op de waarde van de woning. Geconcludeerd wordt tot een waardevermindering van € 5.000,00 (1% van de waarde van de woning). De waardevermindering blijft onder het normaal maatschappelijk risico van 2%.

De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor twijfel aan de juistheid en volledigheid van het advies van de Adviescommissie evenals de juistheid van het taxatierapport van de taxateur.

Appellant stelt in hoger beroep dat sprake is van twijfel aan de juistheid van het taxatierapport omdat de taxateur de uniciteit van zijn woning heeft miskend. De Afdeling verwerpt deze stelling en is met de rechtbank van oordeel dat door appellant geen grond is aangevoerd om te twijfelen aan de juistheid van het taxatierapport. Tevens stelt appellant voor wat betreft het gelijkheidsbeginsel uitsluitend dat Rijkswaterstaat een waardedrukkend effect van het rijskinpassingsplan heeft vastgesteld voor andere woningen op Fort Steurgat. De Afdeling verwerpt ook deze stelling. Appellant heeft geen concrete gelijke gevallen aangedragen waarin de minister anders heeft gehandeld. De minister heeft een waardedrukkend effect van € 5.000,00 vastgesteld. Alleen al om die reden kan het beroep op het gelijkheidsbeginsel niet slagen.

Bekijk uitspraak

Gloudemans voor het land van morgen