Gloudemans Uitspraak - algemeen
17 oktober 2018

ABRS – Situeringswaarde en anderszins verzekerd

Appellant voert in hoger beroep gronden aan met betrekking tot de overwegingen van de rechtbank over onder andere de situeringswaarde en de vraag of tegemoetkoming in een deel van de schade anderszins is verzekerd als gevolg van de herziening van het bestemmingsplan. Een samenvatting van de bespreking van de Afdeling volgt hierna.

bekijk uitspraak

Situeringswaarde
Appellant voert aan dat de door Van der Poel (het college heeft voor het te nemen besluit advies gevraagd aan Van der Poel) gemaakte vergelijking onvolledig is, omdat voor alle schadefactoren, dus ook voor de omgevingswijziging, afzonderlijk en zelfstandig dient te worden beoordeeld of de inwerkingtreding van het bestemmingsplan tot een verslechtering heeft geleid.

In het advies heeft Van der Poel in verband met de situering van de woningen en het karakter van de omgeving het volgende vermeld.
De woning is onder het nieuwe regime gelegen tegen de rand van een gebied waarop een hoeveelheid aan bebouwing en publiekstrekkende activiteiten is toegestaan. Onder het oude regime lag de woning tegen de rand van een hoofdzakelijk open agrarisch gebied. Zeker in een voor het overige stedelijke omgeving zal de redelijk denkend en handelend koper aan dat laatste de voorkeur geven. Omdat de nadelige gevolgen van dit verschil reeds zijn besproken bij de behandeling van de overige schadefactoren, wordt aan de wijziging van de situering en het karakter van de omgeving evenwel geen afzonderlijk schadeveroorzakend effect toegekend, aldus het advies.

De Afdeling stelt dat Van der Poel in het advies inzichtelijk heeft gemaakt dat de inwerkingtreding van het bestemmingsplan weliswaar heeft geleid tot een verslechtering van de situeringswaarde van de woning en het karakter van de omgeving, maar, gelet op de beoordeling van de overige schadefactoren, niet tot aanvullend nadeel. Die conclusie is niet onbegrijpelijk. Appellant heeft niet, met een rapport van een andere deskundige of anderszins, concrete aanknopingspunten voor twijfel aan de juistheid of de volledigheid van die conclusie naar voren gebracht.

Anderszins verzekerd
In het besluit van 26 januari 2016 is bepaald dat de tegemoetkoming in geld met een extra bedrag van € 7.500,00 wordt verhoogd, indien de herziening van het bestemmingsplan niet vóór 30 september 2016 wordt vastgesteld of na vaststelling niet onherroepelijk wordt. Dit betekent volgens de Afdeling dat het college de tegemoetkoming in planschade in de vorm van compensatie in natura onder meer afhankelijk heeft gesteld van de toekomstige, onzekere gebeurtenis dat de herziening, na vaststelling, ook onherroepelijk wordt. Het college heeft de onzekerheid over de duur en uitkomst van een beroepsprocedure niet ondervangen door in het besluit op te nemen dat uitbetaling van het in het besluit vermelde extra bedrag na een in het besluit vastgestelde datum zal plaatsvinden, indien de herziening, waarbij compensatie in natura wordt geboden, op die datum niet onherroepelijk is.
De Afdeling verwijst naar de overzichtsuitspraak van 28 september 2016 (ECLI:NL:RVS:2016:2582) waarin de Afdeling onder 5.41 tot en met 5.47 onder meer heeft overwogen dat tegemoetkoming in schade door compensatie in natura niet voldoende anderszins verzekerd is, wanneer deze afhankelijk is van een toekomstige, onzekere gebeurtenis.

Ten tijde van het besluit was de herziening nog niet onherroepelijk. Dat betekent volgens de Afdeling dat het college in dat besluit ten onrechte het standpunt heeft gehandhaafd dat tegemoetkoming in een deel van de door appellant geleden planschade voldoende anderszins is verzekerd.

Gloudemans voor het land van morgen