Gloudemans Uitspraak - algemeen
13 juli 2022

ABRS – Directe planschade en eigendomsverhoudingen

Appellant is eigenaar van een aantal percelen. Op de percelen is een woning met tuin gelegen. Verder wordt er een gemengd agrarisch bedrijf geëxploiteerd, bestaande uit een varkenshouderij en een akkerbouwtak. Appellant heeft een aanvraag om tegemoetkoming in de planschade ingediend, die zou zijn ontstaan doordat in het nieuwe bestemmingsplan is opgenomen dat ter plaatse van de aanduiding ‘intensieve veehouderij’ uitsluitend intensieve veehouderijbebouwing is toegestaan tot maximaal de bestaande oppervlakte.

Door de StAB en de door haar ingeschakelde deskundige is aangegeven dat onder het nieuwe bestemmingsplan niet langer 1,5 ha wordt bebouwd ten behoeve van de huisvesting van intensieve veehouderijdieren, maar slechts 1.828 m². Er is sprake van een waardevermindering van € 178.000,00. Door deze afname kan de locatie niet langer als een intensieve veehouderij-locatie worden gezien. Het oppervlak dat niet langer ten behoeve van huisvesting van intensieve veehouderijen mag worden aangewend, mag nog wel worden bebouwd met (overige) agrarische bedrijfsbebouwing. De taxateurs van de door de StAB ingeschakelde deskundige hebben aangegeven dat zij van mening zijn dat geen sprake is van een herontwikkelingslocatie voor een melkrundveehouderij, omdat het totaal areaal landbouwgrond daarvoor te klein is. Voor een levensvatbaar bedrijf is 50 tot 60 ha areaal nodig en de aangrenzende landbouwpercelen van appellant zijn veel kleiner.

Bekijk uitspraak

Gloudemans voor het land van morgen