Gloudemans Uitspraak - algemeen
6 november 2019

ABRS / Causaal verband inkomensschade

Een horecaondernemer heeft een verzoek om schadevergoeding ingediend als gevolg van een bestemmingsplan op grond waarvan op korte afstand van het pand en het daarbij behorende terras meer bebouwing mogelijk wordt gemaakt waardoor de horecaonderneming minder zichtbaar is vanaf het plein en de bezonning op het terras afneemt. Ter discussie staat of er sprake is van een causaal verband tussen de geconstateerde omzetdaling in de jaarrekeningen en de gewijzigde situatie.

bekijk uitspraak

Uit de jaarrekeningen blijkt dat de omzet vanaf 2008 daalt maar het plan was echter pas in 2010 in werking getreden. De daling komt volgens het college bovendien niet overeen met de gebruikelijke ontwikkelingen in de branche. Voor zover uit de maandomzetten volgt dat de omzetten vanaf januari 2014 verder dalen, komt dit volgens het college evenmin overeen met het moment waarop daadwerkelijk begonnen is met de realisatie van het nieuwe plan. Als een mogelijke oorzaak van de omzetdaling is gewezen op een nieuwe horecagelegenheid in de nabijheid op 30 april 2012. Daarnaast is gewezen op toegenomen concurrentie en de verouderde formule.

De Afdeling overweegt dat op basis van het advies het college zich niet op het standpunt kon stellen dat er geen causaal verband was. Daarbij overweegt de Afdeling dat vanaf januari 2014 de omzet fors daalt. Ter zitting is aangegeven dat de realisatie al vanaf januari 2014 is begonnen met de realisering en niet pas vanaf maart 2014. Dit heeft het college niet weersproken. Daarnaast is de naburige onderneming pas geopend in 2012. Uit de omzetcijfers volgt niet dat dit een negatieve invloed had op de omzetcijfers. De omzet in 2012 en 2013 stijgt immers ten opzichte van 2011. Voorts stelt de Afdeling vast dat sinds de opening van een horecaonderneming in de nieuwe panden op het plein de omzet verder is gedaald en dat de toegenomen concurrentie een negatieve invloed heeft gehad op de omzet. Gelet op de omstandigheid dat de daling van de omzet al is ingezet voor de opening van de nieuwe ondernemingen, kan evenwel niet staande gehouden worden dat de afname van de zichtbaarheid van het pand en de afname van zon op het terras als gevolg van het nieuwe plan in zijn geheel niet van invloed zijn geweest op de omzet van het bedrijf.

Gloudemans voor het land van morgen